Zorgen over Nationale Reddingsvloot

Zorgen over Nationale Reddingsvloot

De financiering van de Nationale Reddingsvloot, die bij overstromingen hulp biedt en mensen evacueert, staat op losse schroeven. De organisatie die deze taak officieus al sinds de watersnood van 1953 en officieel sinds 1995 uitvoert, Reddingsbrigade Nederland, dreigt speelbal te worden in een discussie tussen het Ministerie van Veiligheid & Justitie en de 25 veiligheidsregio’s over de financiering vanaf 2017. Als die duidelijkheid er niet binnen een maand is, zal Reddingsbrigade Nederland de Nationale Reddingsvloot moeten gaan ontmantelen. Dat is extra opmerkelijk omdat er de afgelopen 5 jaar juist in de organisatie en nieuwe vaartuigen is geïnvesteerd, omdat het risico op overstroming in Nederland groot is en de Reddingsbrigade bij uitstek gespecialiseerd is in deze taak.

De Nationale Reddingsvloot bestaat uit 90 vaartuigen die specifiek geschikt zijn om in ondergelopen gebied te varen en mensen te evacueren. Er staan ruim 1.000 speciaal opgeleide en geoefende vrijwilligers van Reddingsbrigade Nederland paraat om 365 dagen per jaar, 24 uur per dag binnen een uur na alarmering te kunnen uitrukken als zich een (dreigende) ramp ergens in Nederland voordoet. Hiervoor ontvangt de Reddingsbrigade sinds 1995 een bijdrage van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, en tot afgelopen jaar ook van het Nationaal Rampenfonds, van 770.000 euro. Voor de vloot is dat omgerekend minder dan 5 cent per inwoner per jaar. De veiligheidsregio’s moeten volgens het ministerie de financiering hiervan overnemen, maar tot op heden is hierover nog geen akkoord bereikt. Als eind mei geen oplossing is gevonden, dan moet Reddingsbrigade Nederland noodgedwongen beginnen met de ontmanteling van de vloot.

De vaartuigen van de Nationale Reddingsvloot zijn gestationeerd bij reddingsbrigades door het hele land. De vrijwilligers trainen het hele jaar door hun vaardigheden om klaar te zijn voor het moment dat ergens gebieden onderlopen. Het materiaal en de kennis wordt ook dagelijks ingezet voor reguliere reddingstaken en het preventieve toezicht bij grote waterevenementen zoals de Koningsvaart, Sail Amsterdam en de Sinterklaasintocht als er op honderdduizenden mensen op en rond het water moet worden gelet. De kennis en kunde van deze vrijwilligers is volgens een recent rapport bij geen enkele andere hulpdienst in ons land in deze omvang en georganiseerde paraatheid beschikbaar.

Iedereen vindt het belangrijk
Raymond van Mourik, directeur van Reddingsbrigade Nederland: “We werken al veel samen met veiligheidsregio’s en daardoor wordt de meerwaarde van onze specifieke kennis en capaciteit steeds beter zichtbaar. We draaien moeiteloos mee met politie, brandweer en bijvoorbeeld ook Defensie bij grote oefeningen en complexe waterevenementen. Op veel plaatsen vindt men onze rol zelfs vanzelfsprekend, terwijl het eigenlijk heel bijzonder is dat onze mensen dit werk niet alleen vrijwillig doen, maar ook nog aan hoge kwaliteitseisen moeten voldoen én er zelf nog contributie voor betalen om het te mógen doen. Het zou onvoorstelbaar zonde zijn als niet lukt om nieuwe afspraken te maken over relatief zo weinig financiering, waar waterland Nederland zoveel voor terugkrijgt. We doen een beroep op alle betrokkenen om snel duidelijkheid te geven. Zoals het er nu uitziet moeten we straks stoppen met deze activiteiten en dat heeft onomkeerbare gevolgen.”